Het Pleidooi

Advocaten: Jessica den Outer, Jan van der Venis

Jessica den Outer:

Edelachtbaar college, Geachte rechters en getuigen van dit proces op de publieke tribune.

Wie staat er op voor de belangen en rechten van onze bomen? Van deze bomen, de bomen in  het Amstelpark. Voor hun belangen en die van de bladeren, stammen, sappen, wortels?

Wij staan vandaag hier voor u als advocaten van de 6000 bomen van het Amstelpark, als  pleitbezorgers van de rechten voor deze bomen. Wij vragen u om de rechten van de bomen te  erkennen en de vervuiling een halt toe te roepen. Op het einde van dit pleidooi zetten wij uit  welke rechten de bomen verdienen.

Nu is het eerst handig om onze cliënten te duiden. Een boom bestaat uit meerdere  componenten. Wij spreken vandaag voor de bomen als collectief, maar ook voor hun  bladeren, stammen, sappen en wortels. Een boom is niet alleen wat wij op het blote oog  kunnen zien: juist onder de grond vormt zich een enorm groot wortel- en schimmelnetwerk  dat de boom voedt. Wij zien het misschien niet heel duidelijk: maar de bomen zijn een  perfect georganiseerd organisme en representeren een geheel ecosysteem, een web van  leven.

Die belangen, van bomen als geheel maar ook van hun onderdelen, nemen wij onvoldoende  mee in onze menselijke wereld en afwegingen. We kijken enkel naar onze eigen belangen,  niet die van ander leven.

Ik neem u eerst even mee terug naar 1972. De meeste bomen, waar wij vandaag door omringd  zijn, zijn geplant in 1972 ter gelegenheid van de Floriade.

In 1972 vonden - los van de Floriade - meer gebeurtenissen plaats die we nu kunnen zien als  zaadjes die toen werden gepland waardoor vandaag de dag aan de bomen in het Amstelpark  rechten toekomen en wij deze vandaag succesvol in kunnen roepen:

Het jaar 1972 was in meerdere opzichten een belangrijk jaar. Zo verscheen het rapport Limits to  Growth van de Club van Rome, waarin werd gewaarschuwd voor de gevolgen van het gedrag  van een mensheid gedreven door economische groei. Er zijn grenzen aan de groei, zeiden ze.  Tegelijkertijd was het het jaar dat rechtenprofessor Christopher D. Stone Should Trees have  Standing? publiceerde, waarin hij voor het eerst pleitte voor rechten voor de natuur. Ook in  1972: de eerste VN conferentie in Stockholm waarin het milieu centraal stond met een link naar  mensenrechten. In de eindverklaring stond prominent:

Principle 1: Man has the fundamental right to freedom, equality and adequate conditions of  life, in an environment of a quality that permits a life of dignity and well-being, and he bears  a solemn responsibility to protect and improve the environment for present and future  generations.

Een mensenrecht, verbonden met een mensenplicht om het milieu te verbeteren voor huidige  en toekomstige generaties. Maar is dit mensenrecht ook een bomenrecht?

Welnu, de verklaring van toen kende ook al rechten toe aan ecosystemen:

Principle 6: The discharge of toxic substances or the release of heat, in such quantities or  concentrations as to exceed the capacity of the environment to render them harmless, must  be halted in order to ensure that serious or irreversible damage is not inflicted upon  ecosystems.

Een recht voor ecosystemen dus om niet teveel gifstoffen en hitte op zich af te krijgen. Precies  waar deze zaak vandaag om draait.

We zijn nu in het jaar 2022. 50 jaar later. De bomen van het Amstelpark zijn de stille  getuigen van de veranderingen van de planeet. De meeste bomen zijn inmiddels hun  kinderjaren voorbij, hebben periodes van droogte en de veranderingen van het klimaat  vastgelegd in hun jaarringen en zijn gezamenlijk een unieke collectie (van ruim 300)  boomsoorten in het veen en klei van Amsterdam. Geplant door de mens zijn ze een levend  archief van het Antropoceen, de nieuwe naam voor het huidige tijdperk wat gedefinieerd  wordt door de mens. Het Antropoceen is afgeleid van het woord anthropos, wat mens  betekent in het oude Grieks. Het Antropoceen staat voor een tijdperk waarin de mensheid  een geologische kracht is geworden en de negatieve impact van de mens op de aarde  duidelijk aangetoond kan worden. Vanuit dit oogpunt bezien vormen deze bomen cultureel  en historisch erfgoed van de mens met een inherent bestaansrecht, dat een brug slaat  tussen 1972 en toekomstige generaties.

Waarom voeren wij een zaak als deze vandaag voor het eerst? Waarom hebben deze bomen in  dit jaar nog geen eigen rechten, vastgelegd in de wet en beleid?

 

Eerst de feiten en wat er mis gaat:

Jan van de Venis:

De bomen van het Amstelpark zijn zo’n 50 jaar geleden aangeplant. ‘Het Amstelpark in  Buitenveldert, één van de best gewaardeerde parken van de stad. Met dank aan de Floriade  van 1972, waarvoor het park uit de grond gestampt werd. ‘Kamerplanten uit Afrika, wilde  planten uit het Amazonegebied, grote cactussen uit Mexico – geld was geen probleem.’, zo  stelt een artikel in het Parool van eerder dit jaar.

Uit de grond gestampt en flink door elkaar heen gezet; zo zal het ook voor de bomen  gevoeld moeten hebben. Bomen. Gevoel?

Leef je eens in in die bomen, stel dat ze zouden leven zoals wij mensen. We weten inmiddels  - via populaire boeken als die van Duitse boswachter Wohlleben - dat bomen complexe  wezens zijn die elkaar helpen, berichten sturen en op andere manieren met elkaar  communiceren - boven en ondergronds. In de natuur gaan ze deze ‘steunende’ verbindingen  aan met planten, dieren en schimmels die in hun habitat passen, aangepast dankzij  miljoenen jaren evolutie. Hoe zal het voor ze zijn geweest dat ze het ineens te doen hadden  met soorten die ze normaal niet kennen, wiens taal ze niet spraken, zeg maar. Weg lopen is  er niet bij voor een boom. Zoek het maar uit.

Het zal voor veel mensen een gek idee zijn, maar veel van de bomen van het Amstelpark  waren tijdens het planten in 1972 nog piepjong in bomenjaren en eigenlijk nog ‘kind’ in  bomenleeftijd vergeleken met een mensenleven. Veel van de soorten die in het Amstelpark  staan hebben een normale levensverwachting van 200 – 400 jaar. Veel van hen zijn zelfs nu  nog kind in diezelfde vergelijking; op minder dan een kwart van hun normale  levensverwachting.

Welke jeugd hebben ze gekregen dankzij de Floriade 1972? Een ‘K jeugd’. Geen oudere  bomen om zich heen om ze te helpen, geen steun, contact en uitwisseling ondergronds en  bovengronds met soorten waarmee dat juist soepel loopt. Alleen en al lerend van elkaar en  vaak omringd door andere - soms exotische - bomen die ze niet uit hun natuurlijke systeem  kennen, waar ze geen natuurlijke wisselwerking mee hebben, wiens signalen en taal ze niet  begrepen, zijn ze opgegroeid.

Dit dus los van de plek waar ze nu staan en de vervuiling en menselijke druk die ze moeten  verdragen. Want daar gaat deze zaak over: gaan we vanaf NU wel rekening houden met hun  belangen?

Op dit moment, zo zal blijken uit het volgende onderdeel op wortels, stammen, bladeren en  sappen, houden wij mensen onvoldoende rekening houden met de gezondheid en adequate  levenscondities van de bomen in het algemeen, maar ook in het bijzonder met specifieke  eisen voor en belangen van bepaalde soorten.

In de omgeving wordt o.a. door verkeer, industrie, menselijke activiteit en  klimaatverandering het leven van de bomen moeilijker gemaakt. Een paar concrete voorbeelden: mensen die dagelijks voor werk en privé vlak langs de bomen razen en fijnstof  uitstoten, de enorme luchtvervuiling door bedrijven als Schiphol en TataSteel en de NUON  centrales. Vanuit alle windrichtingen wordt luchtvervuiling aangevoerd. Deze bedrijven  produceren ook nog eens allemaal zoveel stikstof dat de bomen continue worden bijgemest,  worden vetgemest - ook bomen die het juist beter doen op armere grond.

En het waterniveau, door verantwoordelijke instanties als waterschappen niet op het welzijn  van de bomen in het Amstelpark ingericht maar op andere belangen die hun stem laten  horen, zoals de landbouw.

En uitzoomend naar een groter probleem: gevaarlijke klimaatverandering. Er komt steeds  meer droogte op ons af. Was dit één van de koelere en natte zomers van de komende  decennia? Daar stevenen we in rap tempo op af.

Dit maakt het allemaal zo moeilijk voor de bomen, dat sommige soorten al aan het  verdwijnen zijn: ze sterven langzaam maar zeker af. Ze leven continu onder stress en zullen  in ieder geval niet op een adequate en gebalanceerde manier opgroeien. Laten we dit  omdraaien en hun gezondheid en levenscondities zo goed mogelijk maken.

We moeten in ieder geval de voor mensen geldende Wereldgezondheidsorganisatie normen  op luchtkwaliteit en overige voor de gezondheid van mens en boom noodzakelijke normen  voor waterkwaliteit, geluid en andersoortige vervuiling realiseren en mee nemen voor de  bomen van het Amstelpark. Dit komt ook terug in onze eis.

Op dit moment, zo zal blijken uit het volgende onderdeel op wortels, stammen, bladeren en  sappen, houden wij mensen onvoldoende rekening houden met de gezondheid en adequate  levenscondities van de bomen in het algemeen, maar ook in het bijzonder met specifieke  eisen voor en belangen van bepaalde soorten. In de omgeving wordt o.a. door verkeer,  industrie, menselijke activiteit en klimaatverandering het leven van de bomen moeilijker  gemaakt.

Voorbeelden concreet: mensen die dagelijks voor werk en prive vlak langs de bomen razen en  fijnstof uitstoten, de enorme luchtvervuiling door bedrijven als Schiphol en Tata Steel, die  allemaal ook zoveel stikstof produceren dat de bomen continue worden vetgemest.  En het waterniveau, door verantwoordelijke instanties als waterschappen niet op ons  ingericht meer op de landbouw. En the bigger picture op klimaatverandering: er komt steeds  meer droogte op ons af. Was dit één van de koelere en natte zomers van de komende  decennia? Daar schuiven we wel steeds meer heen.

Dit maakt het allemaal zo moeilijk, dat sommige soorten al aan het verdwijnen zijn: ze  sterven langzaam maar zeker af. Ze leven continu onder stress en zullen in ieder geval niet  op een adequate en gebalanceerde manier opgroeien. Laten we hun gezondheid en  levensconditie zo goed mogelijk maken. We moeten in ieder geval de voor mensen geldende  WHO normen op luchtkwaliteit en overige voor de gezondheid van mens en boom  noodzakelijke normen voor waterkwaliteit, geluid en andersoortige vervuiling realiseren en  mee nemen voor de bomen van het Amstelpark. Dit komt ook terug in onze eis.

 

Namens de bomen en hun onderdelen:

Jessica den Outer:

Wat een boom is, dat weten we allemaal wel, toch? Maar de manier waarop een boom  functioneert is niet zo bekend. De onderlinge samenhang van alle delen van een boom is  zeer complex. Een boom begint zijn leven net als elke andere plant die je hebt gezien: als  een zaadje onder de grond. Al binnen een maand na de zaaiing zie je al een stam, boom achtige bladeren of naalden, schors en de vorming van hout. De boom is “gemaakt” om op  de plek waar hij ontkiemt te groeten, groot en oud te worden en zich voor te planten. Is de  grond of omgeving niet geschikt, dan redt hij het niet. Voor deze zaak is het belangrijk te zien welke overlast waar de boom het meeste raakt.  Vandaar dat wij het feiten en omstandigheden stuk voor stuk behandelen.

1.Namens de wortels

Jan van de Venis:

Wortels zijn het ondergrondse gedeelte van de boom, waarmee bomen water en voedings stoffen uit de bodem opneemt. Door opname van dit water ontstaat er worteldruk, die bij  voldoende verdamping door de bladeren leidt tot aanvoer van water tot in de bladpunten. In  een goede en gezonde samenwerking zijn wortels dus een pomp die precies goed z’n werk  doet. Ook zorgt de wortel voor de verankering van de bomen in de grond.

Een belangrijke functie van het boomwortelsysteem is het kleine, bijna onzichtbare “haar”  van de wortel. Wortelharen rekken zich uit en zetten zich uit om op zoek te zijn naar vocht.  Tegelijkertijd bouwen ze mee aan de grondsteun van een boom. Miljoenen van die delicate,  microscopische haarwortels wikkelen zich om de afzonderlijke grondkorrels en absorberen  vocht samen met opgeloste mineralen.

Wortels groeien gewoonlijk in de richting van de zwaartekracht en dus naar beneden. Er zijn  boomsoorten die ‘groter’ zijn, meer wortelmassa hebben, onder de grond dan boven de  grond. Van bomen zien wij maar een klein stukje.

Sterker: het meest rijke deel, qua leven, van een boom zit onder de grond: onder de grond  wemelt het van leven. Een gezonde grond wemelt van het leven en zit vol organismen.

Kent u de serie Stranger Things op Netflix en de upside down world? Die upside down world  bestaat dus voor onze cliënten, de bomen. Maar dan is dat de positieve wereld: Zij leven  misschien nog wel meer onder de grond dan boven de grond in een omgeving die - steeds  dieper minder negatieve menselijke impact kent. Minder vervuiling, meststoffen, gif, lawaai  en steeds meer stabiele en continue toegang tot water - het diepe grondwater.

Voor het stuk wat wij boven de grond zien, is het dus cruciaal dat het stuk onder de grond  gezond en voedzaam is. Gezonde en voldoende vochtige grond.

Wij staan op voor de wortels van onze cliënten. De roots, oorsprong en bron van ons leven,  waardoor wij belangrijke voedingsstoffen en informatie krijgen. Wij hebben belang bij een  gezonde en biodiverse bodem. Waarom wordt daar niet actief rekening mee gehouden? Het  Amstelpark, zo stelt het al genoemde Parool artikel ook, is indertijd uit de grond gestampt  en wij bomen - en dus onze wortels - zijn redelijk ‘random’ geplaatst. Houden jullie rekening  met gezonde grond voor ons? Stop met het vervuilen ervan - ook door teveel mest als  stikstof en ammoniak. Start met het verrijken ervan. Zet bewust in op ondergrondse  biodiversiteit.

En water? Het water voor wortels IS het water voor de boom. Ook dat grondwater is  vervuild. Door menselijke troep: PFAS, meststoffen, medicijnen, etc. Onnodig zuur wordt de  bodem nu door Schiphol, TataSteel, verkeer en intensieve veehouderij.

Als er al water is: cliënten hebben steeds vaker te maken met hitte en droogte. Door het  door mensen veroorzaakte probleem van klimaatverandering. Cliënten kunnen het nu nog  vaak net redden: extra pompen als het weer even regent, maar het beschadigt de vitaliteit  van wortels en bomen op lange termijn. Komt er een keer een droogte aan waardoor  cliënten droog komen te staan en sterven?

Wat doen jullie aan klimaatverandering? Veel te weinig. De overheid verloor de Urgenda  zaak op grond van mensenrechten. Dat zijn ook bomenrechten, zo zullen we hierna nog  bepleiten.

Ook bepaalde de rechter dat een bedrijf als Shell een eigen verantwoordelijkheid heeft qua  CO2-reductie en klimaatdoelen.

Dat is ook in ons belang, qua hitte, qua water en geldt natuurlijk ook voor Schiphol, Tata Steel en andere CO2 en stikstof uitstoters. Neem onze belangen hier ook in mee. Leg hen  aan banden. Dat is jullie plicht naar ons toe.

Zorg voor voldoende beschikbaar en schoon water voor wortels en daarmee voor onze  cliënten, de bomen. Houd daar ook rekening mee bij het bepalen van het grondwaterpeil.  Niet alleen met belangen van boeren en waterschappen, ook met dat van bomen in het  Amstelpark.

Wortels zijn onzichtbaar maar van cruciaal belang voor bomen. Vandaar dit pleidooi speciaal  voor hen. Planten (in 1972) en wegwezen? We zien wel wat ervan komt en blijft staan?

Nee, jullie hebben onze cliënten met hun wortels in de grond gezet en zijn verantwoordelijk.  Wij hebben het recht op jullie respect en op instandhouding van een biodivers en gezond  systeem. Op een adequaat leven. Mensen zullen dit misschien niet meteen begrijpen, maar  het is voor onze cliënten van levensbelang is.

Dat is jullie verantwoordelijkheid naar wortels en bomen toe: onze cliënten een goed en gelukkig lang leven bezorgen.

 

2.Namens de stammen

Jessica den Outer

De robuuste lichamen van mijn cliënten hebben het zwaar te verduren. De stammen van de  bomen worden gekapt, beschadigd en worstelen met de gevolgen van periodes van droogte.  In 2018, 2019 en 2022 hebben onze cliënten het zwaar te verduren gehad. Zo hebben mijn  cliënten de Fijnsparren enorm last van bastkevers wegens de heftige droogteperiodes van  afgelopen jaren. Dat bewijs is verder terug te vinden in het jaarringen onderzoek waar de  wetenschappelijke expert Ute Sas Klaassen straks over zal vertellen.

Waar de stammen zélf behoefte aan hebben, of wat hun rechten zijn, daar is niet of  nauwelijks eerder aan gedacht.

In het huidige kapitalistische en Westerse systeem levert een dode boom meer waarde op  dan een levende boom. De financiële componenten van hout, de economische waarde van  een boom, zijn leidend. De mens ziet in de stammen een product waar zij tafels, stoelen en

andere meubels van kunnen maken. Daartoe deelt de mens, en dan vooral vanuit het  Westerse perspectief, de stammen een instrumentele waarde toe.

Sommigen zien de stammen als stille klimaat toeschouwers. De jaarringen van mijn cliënten  leggen al sinds 1972 de klimatologische omstandigheden vast van het Amstelpark. Mijn  cliënt de Canadapopulier kan wel een enorm dikke stamomvang van 85 cm vergaren. 85 cm  stam vol met verhalen over droogtes, ziektes en goede jaren. Beeld u eens in wat deze boom  de afgelopen 50 jaar heeft meegemaakt. Vanuit dat oogpunt delen mensen de bomen een  historische waarde toe, of een ethische waarde, omdat men bijvoorbeeld de oudste eik  mooi vindt.

Maar wat nou wat betreft de intrinsieke waarde van de stammen? Waarde, simpelweg  omdat de boom bestaat? Zonder dat we daar een menselijk waardeoordeel aan plakken? In  het Westen, maar ook over de hele wereld, moeten we af van de antropocentrische aanpak,  waarbij we pas waarde aan iets toekennen als het wat voor de mens kan betekenen. En toe  naar de erkenning dat al het leven intrinsieke waarde heeft.

Vanuit dat oogpunt hebben ook de stammen een recht van bestaan. Zij hebben het recht om  jaarringen te maken en leven te bieden aan ontelbare organismen die afhankelijk zijn van de  boom.

Maar die rechten, geachte rechters, worden niet gerespecteerd. Zo zijn een groot aantal van  onze cliënten gekapt om de A10, de ring van Amsterdam, door het Amstelpark te laten  lopen. Wij hebben daar onze scherpe bedenkingen bij: Hoe is dit proces gegaan? Zijn de  belangen van onze cliënten voldoende in acht genomen? Met kapvergunningen in hand  heeft het Zuidasdok in de afgelopen jaren een flink aantal dode bomen langs de weg  weggehaald wegens veiligheidsredenen (zie hyperlinks onderaan). Dat laat de spanning met menselijke belangen

https://zuidas.nl/blog/2020/05/28/zuidasdok-verwijdert-dode-bomen-langs-a10-zuid https://zuidas.nl/blog/2021/02/27/13-bomen-weg-in-het-a10-talud-bij-beatrixpark https://www.parool.nl/nieuws/ongewild-vrij-uitzicht-op-de-a10~b15cd6a0/

 

Enerzijds is dat begrijpelijk voor de veiligheid van het verkeer, maar waarom kijken we  niet naar een integrale oplossing? Kunnen de stammen niet teruggelegd worden in het park,  waar ze als dood hout een veilige haven voor allerlei insecten en andere wezens vormen? Dit  zijn nog maar enkele voorbeelden. Als de bomen rechten zouden hebben, geloven wij dat er  anders zal worden omgegaan met dit soort beslissingen. En dat is hoognodig: want de  bomen wacht een huiveringwekkende toekomst.

 

3.Namens de bladeren

Jan van de Venis:

Een boom heeft blad. Waarom eigenlijk?

Bladeren zorgen voor de vochthuishouding van de boom. Het blad van een boom zit  boordevol bladgroenkorrels wat heel belangrijk is voor de boom. Naast dat de  bladgroenkorrels een blad zijn groene kleur geeft, zijn de korrels ook erg belangrijk voor het  verdampen van water en het omzetten van stoffen in andere stoffen. Water met  voedingsstoffen, CO2 en zonlicht worden dankzij blad(groenkorrels) omgezet tot zuurstof en  suikers. Zuurstof is cruciaal voor de mens. De suikers zijn voor de eigen groei, en voor de  groei van vruchten: voor het nageslacht van onze cliënten. Voor hun toekomstige generaties  zeg maar.

Daarbij heeft een blad ook nadat ie groen was nut voor (andere) bomen: In de herfst gaan  onze cliënten in rust. Voordat de vorst intreedt nemen de wortels geen water meer op uit de  bodem. Als alle blaadjes aan de boom zouden blijven zitten, zou de boom uitdrogen. Daarom  laten cliënten hun blaadjes vallen.

Blaadjes die op de grond vallen worden door kleine diertjes en schimmels omgezet in  voedingsrijke aarde waar al onze cliënten in het voorjaar en de zomer weer veel aan hebben.  De cirkel is dan rond. Dezelfde feiten en omstandigheden en argumenten op klimaat verandering, gezonde bodem, waterkwaliteit en beschikbaarheid zijn dus net zo belangrijk  voor de bladeren.

Via de bladeren van onze cliënten, de bomen in het Amstelpark, gebeurt iets fantastisch  voor ons mensen: We nemen CO2 op en leveren zuurstof, maar ook: gasvormige lucht verontreiniging en fijnstof vangen we ook af! Hoe meer blad, des te meer lucht verontreiniging onze cliënten kunnen opnemen. Dit kunnen ze door een superslimme aanpassing: De ademende huidmondjes zitten aan de onderkant van het blad. Bij een  langere periode zonder regen raakt de bovenkant van het blad immers bedekt door een  laagje stof. Huidmondjes aan de bovenkant zouden daardoor verstopt raken. Aan de  onderkant treedt dat stofprobleem dus veel minder op. Een voor ons briljant design, waar  we cliënten dankbaar voor mogen zijn.

Maar het is niet onbeperkt: er komt nu zoveel stof en troep van mens, verkeer en industrie  op de bladeren af, dat het hun ook beperkt ‘vrij te ademen’. (goede vraag aan getuige deskundige straks, is hier ook bewijs van? Verstopte mondjes?)

4.Namens de sappen

Jessica den Outer

Als u naar mijn cliënten kijkt, beseft u wellicht niet wat zich allemaal afspeelt in hun lichaam.  Mijn cliënten hebben een hartslag. Binnen in een boom stromen sappen. Het water wat de  wortels opzuigen wordt naar boven gebracht, naar de takken en bladeren. En de voedings stoffen die de bladeren maken worden weer naar beneden gebracht, zodat ze opgeslagen  kunnen worden in de wortels. Zonder een hartslag en de unieke worteldruk en zuigende  werking van bladeren kan mijn cliënt niet voortbestaan.

Net zoals alles in het leven, is een gezond systeem van sappen in de boom afhankelijk van  alle andere componenten. Om de boom te kunnen voeden moeten er voldoende en sterke  wortels aanwezig zijn. Het bodemwater waar de voedingsstoffen van de sappen uit gehaald  worden moeten niet vervuild zijn. Daarom vragen wij u in het kader van de sappen om alle  rechten van de hele boom te respecteren.

Sappen moeten het recht moeten hebben om te stromen, om de boom te kunnen voeden  en gezond en vrij te zijn van vervuiling. Net als mensen, zouden bomen het recht moeten  hebben op schoon water.

Maar ook die rechten worden nu niet gerespecteerd. Denk aan Waternet, die gezonde  waterkwaliteit van de sappen in gevaar brengt, zoals we zojuist hebben gehoord in het  pleidooi voor de wortels. Door droogte wordt het bodemwater waar de sappen uit voort  vloeien ernstig bedreigt. Water is leven. Geachte rechters, als wij uitgaan van de rechten van  de bomen, zijn er meerdere partijen die ter verantwoording geroepen moeten worden om  de gezondheid van de sappen én de hele boom te waarborgen.

Conclusie uit de feiten en omstandigheden van deze kwestie:

De bomen van het Amstelpark, hun wortels, stammen, bladeren en sappen, staan onder  druk. Nu gaat het volgens het onderzoek van WUR grotendeels prima met de Amstelpark  bomen; er is best goede grond, meestal voldoende water, maar wel gevaar van tekorten aan  water in het geval van droogte/hitte in de zomer. Dus klimaatverandering en het gevaar van  nog frequentere en intensere droogte in de toekomst vormen het grootste gevaar. Die druk  wordt dus opgevoerd door de mens. Door menselijk handelen of nalaten. Dat kan anders.  Maar moet het ook anders? Wij betogen van wel:

Hoe zit het dan met het recht?

Hebben de bomen van het Amstelpark rechten?

Jan van de Venis:

Gelden rechten voor de natuur en kunnen bomen zich erop beroepen?

Rechten voor de Natuur in algemene zin en rechten voor bomen meer specifieke zin, zijn in  Nederland nog niet expliciet wettelijk geregeld. Een gebrek dat de komende jaren – naar wij  hopen en verwachten – zal worden hersteld door de wetgever. Dat zou passen binnen een  snelgroeiende en wereldwijde trend waarbij ruim 37 landen dit concept al hebben  vastgelegd in wet- en regelgeving en ruim 409 wereldwijde initiatieven pleiten voor de  erkenning van Rights of Nature, van algemene rechten voor moeder Aarde tot rechten van  specifieke natuurgebieden of dieren.

Dat de Nederlandse wet rechten voor de natuur nog niet erkent, betekent niet dat deze  bomen geen rechten toe komen of kunnen opkomen voor hun rechten. Voor de bomen van  het Amstelpark doen wij - naar analogie - een beroep op dezelfde principes en rechten als  erkend via mensenrechten. Voor zichzelf, hun eigen rechten, maar ook voor de rechten van  andere niet menselijke medebewoners van het Amstelpark.

Allereerst en voordat het over hun rechten gaat: kunnen wij hier voor de bomen pleiten?

Welnu: Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) overwoog al lang geleden  dat het in overeenstemming was met de strekking en het doel van art. 8 EVRM om ook  “certain professional or business activities or premises ” onder de reikwijdte van dat artikel – relevant voor gezondheid en milieu zaken - het EVRM te begrijpen. (zie EHRM 16-12-1992,  ECLI:NL:XX:1992:AD1800, m.nt. E.J. Dommering (Niemietz).

Als een niet levend iets als ‘business activities or premises’ mensenrechten kan inroepen,  dan kunnen zij die opkomen voor levende wezens ‘natural activities, premises or areas’ dat  zeker ook, zo bepleiten wij hier vandaag.

Daarbij, opkomen voor de natuur(gebieden) en rechten is niet nieuw en op veel plekken  geaccepteerd: Rechters in India (over de Ganges en Yamuna rivieren) en Bangladesh (over de Turag en alle  andere 200 binnenlandse rivieren) hebben in zaken over rivieren geconcludeerd dat deze  rivieren leven, daarmee levende entiteiten zijn en daarom rechten toe komen; vergelijkbaar maar niet geheel hetzelfde als mensenrechten. Denk aan het recht op leven en het recht op  gezondheid.

In Ecuador heeft Pacha Mama, Moeder Aarde, rechten volgens de grondwet. In Nieuw Zeeland heeft een rivier, een berg en een inheems bos (voormalig nationaal park) eigen  rechtspersoonlijkheid. In de Verenigde Staten hebben ruim 30 kleine gemeenschappen de  rechten voor de natuur vastgelegd.

En het heeft resultaat. Kijk bijvoorbeeld naar de jurisprudentie in Ecuador. In de zaak van het  Los Cedros nevelwoud in 2021 gebruikten lokale gemeenschappen de Rechten voor de  Natuur om plannen voor mijnbouw tegen te houden. Ruim 68% van het bos zou geruimd  moeten worden voor deze plannen, maar in de zaak oordeelden de rechters: het bos heeft  een recht van bestaan. Dit soort verwoestende activiteiten zijn niet in lijn met de Rechten  voor de Natuur.

Buiten deze wereldwijde ontwikkelingen, worden mensenrechten - als gezondheid, leven en  familieleven - bovendien positief beïnvloed door de aanwezigheid van natuur en negatief  door de afwezigheid ervan. Met andere woorden: niet alleen hebben deze bomen rechten  en kunnen wij ervoor opkomen, maar wanneer hun rechten worden gerespecteerd,  beschermd en gerealiseerd (de drie stappen zoals ze ook voor mensenrechten gelden; in het  Engels ‘Respect, Protect, Fulfill’) komt dit ook de mensen- en mensenrechten ten goede. In  Oeganda, waar de Rechten voor de Natuur in een nationale milieuwet staan, werd al de link  gelegd tussen een mensenrecht op een schone en gezonde leefomgeving en de rechten van  de natuur. Het één kan niet zonder het ander.

Last but not least: dichterbij huis en de inkt van de stemming in de Spaanse Senaat is nog  maar net droog: De Mar Menor, een lagune in Spanje, heeft als eerste natuurgebied in  Europa rechtspersoonlijkheid toegekend gekregen en heeft daar nu formeel het recht 'om  als ecosysteem te bestaan en op natuurlijke wijze te evolueren'.

Daarbij krijgt het gebied het recht op bescherming, behoud en herstel. Dat geldt natuurlijk  ook voor natuur buiten Spanje, zo betogen wij.

De hierna te bespreken ‘eisen aan de zorgplicht’ en ‘positieve verplichtingen’ zijn relevant  voor al het leven in het Amstelpark, maar in het bijzonder voor de bomen.

Jessica den Outer:

Op welke rechten beroepen de bomen zich? Welke rechten hebben onze cliënten nodig?

U, edelachtbaar college van rechters, bent vandaag belast met deze zaak, met daarin een  beroep op mensenrechten. Mensenrechten die - net als in India, Bangladesh en Colombia - gelden voor natuur. Mensenrechten als bomenrechten, zeg maar.

Wij nemen u mee in de huidige stand van zaken in mensenrechten in relatie tot  milieuthema’s, zoals vervuiling van lucht en water, maar ook geluidsoverlast.

Eerst artikel 6 en 17 van het Internationaal Verdrag inzake de burgerrechten en politieke  rechten, het IVBPR. Het recht op leven wordt in dit verdrag beschermd krachtens onder  meer het bepaalde in artikel 6 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en  Politieke Rechten.[1] Het recht is daarin verwoord: “Every human being has the inherent  right to life. This right shall be protected by law. No one shall be arbitrarily deprived of his  life.”

Al in 1982 lichtte het VN-Mensenrechtencomité, het rechtsprekende en interpreterende  orgaan van de VN voor dit verdrag, in General Comment No. 6 toe dat Staten dit recht vaak  te nauw interpreteren: “5. Moreover, the Committee has noted that the right to life has  been too often narrowly interpreted. The expression “inherent right to life” cannot properly  be understood in a restrictive manner, and the protection of this right requires that States  adopt positive measures. In this connection, the Committee considers that it would be  desirable for States parties to take all possible measures to reduce infant mortality and to  increase life expectancy...”.

Staten zijn dus verplicht om positieve stappen te nemen om het recht op leven te  beschermen, waarbij het wenselijk zou zijn dat ze alle mogelijke stappen zouden nemen om  negatieve impact te verminderen.

In General Comment No. 31 stelt het VN-Mensenrechtencomité over positieve  verplichtingen: “There may be circumstances in which a failure to ensure Covenant rights  as required by article 2 would give rise to violations by States Parties of those rights, as a result of States Parties’ permitting or failing to take appropriate measures or to exercise  due diligence to prevent, punish, investigate or redress the harm caused by such acts by  private persons or entities.”

Het VN-Mensenrechtencomité verwoordde in General Comment 36 van 30 oktober 2018[2],  (onder par. 62) dat de overheid de positieve verplichtingen heeft om:

  1. verplichtingen vanuit mensenrechten af te stemmen met de verplichtingen onder  het internationaal milieurecht – en dus af te stemmen met de diverse internationale  wetgeving betreffende de bescherming van de natuur in het gebied;

  2. vanuit de verplichting het recht op leven te eerbiedigen en waarborgen,  maatregelen moeten nemen om het milieu te beschermen tegen schade en  vervuiling veroorzaakt door publieke en private partijen (waaronder ook  geluidsoverlast valt); en

  3. daarbij het voorzorgsbeginsel te respecteren.


In andere woorden, juist vanuit mensenrechten staat ook bescherming van het milieu  voorop. Via mensenrechten moet natuur en milieu worden beschermd en komt de natuur  dus feitelijk ook rechten toe.

De overheid, bedrijven en mensen laten de belangen van natuur en aan die natuur  toegekende rechten en bescherming te makkelijk los.

Hun belangen worden niet meegenomen. Terwijl op grond van mensenrechten het  internationale milieurecht, de aan de natuur toegekende rechten weldegelijk mee moeten  worden genomen.

In de Milieudefensie tegen Shell-zaak betrok de rechtbank ook niet menselijke belangen bij  de invulling van de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm voor het bedrijf Shell. Daarbij ging  het erom of Shell al dan niet onrechtmatig zou handelen omdat het zelf niet genoeg deed  aan CO2- reductie. In die zaak nam de rechter ook mee: (3.) de gevolgen van CO2-uitstoot  voor Nederland en het Waddengebied en (4.) het recht op leven en een ongestoord gezins leven van de Nederlandse ingezetenen en de inwoners van het Waddengebied.

De rechter nam de belangen van inwoners van het Waddengebied mee. Van mensen, maar  ook die van de niet menselijke natuur. Wat voor de niet menselijke natuur van de Wadden  geldt, geldt volgens ons ook voor de niet menselijke natuur in deze zaak: we moeten de  belangen van de bomen in het Amstelpark meenemen.

Jan van de Venis:

SDGs (Sustainable Development Goals)

In dit kader van het verbinden van mensenrechten en internationaal milieurecht zijn ook de  Sustainable Development Goals (SDGs) te noemen: Werelddoelen voor duurzame  ontwikkeling, aldus de rijksoverheid [4]. De 193 lidstaten van de Verenigde Naties hebben  deze ontwikkelingsagenda vastgesteld. De 17 doelen gelden in alle landen en voor alle  mensen en worden, zo stellen ze, met respect voor het internationaal raamwerk van  mensenrechten uitgevoerd.

Nederland onderschrijft deze doelen en heeft zich onder meer via doel 14 en 15 verplicht:  (14) Beschermen en duurzaam gebruik van de oceanen en zeeën en (15) Beschermen van  ecosystemen, bossen en biodiversiteit. Nederland doet het internationaal juist slecht op  deze doelen.

Dat blijkt uit het feit dat we minder bos hebben dan internationaal afgesproken. De eigen  jaarrapportage van de Rijksoverheid op de SDGs vermeldde dit jaar ook: “De nadruk op hoge  productie tegen een lage kostprijs heeft grote druk gelegd op de biodiversiteit en het milieu,  zeker gezien de beperkte oppervlakte van Nederland. Met de waarden en trends voor  biodiversiteit in water en op land (SDG 14 en 15) behoort Nederland dan ook tot de  Europese achterhoede.”

We mogen meer verwachten. Meer bescherming vanuit mensenrechten, minder negatieve  impact voor mens en natuur door vervuiling – ook door geluid.

In de preambule van de SDGs staat (vet en onderstreept toegevoegd): As we embark on this  collective journey, we pledge that no one will be left behind en De SDGs “seek to realize the  human rights of all.”, De woorden ‘human rights’ komen maar liefst 15 keer voor in de tekst  en verschillende mensenrechten worden expliciet genoemd of vormen de basis van het specifieke doel (bijvoorbeeld het recht op water en sanitatie en SDG 6.1 en 6.2).

Punt 18 van de introductie van de SDGs stelt: “We will implement the Agenda for the full  benefit of all, for today’s generation and for future generations. In doing so, we reaffirm our  commitment to international law and emphasize that the Agenda is to be implemented in a  manner that is consistent with the rights and obligations of states under international law.”  Mensenrechten, van mensen nu en toekomstige generaties, zijn leidend voor de SDGs en de  implementatie ervan.

Het is overduidelijk: mensenrechten spelen ook een cruciale rol bij de implementatie van de  SDGs en daarmee ook voor de substantiële vermindering van gezondheid, levensgenot en  bedreiging van kwetsbare natuur door vervuiling en (geluids)overlast.

Cliënten, de bomen van het Amstelpark, menen dat de genoemde mensenrechten met zich  meebrengen dat het overheidsbeleid er in ieder geval niet op gericht mag zijn, met zich mee  mag brengen of de kans laat toenemen dat er meer vervuiling ontstaat. Dit is in strijd met de  tekst, kern, strekking en de genoemde ‘positive measures’ onder artikelen 6 en 17 IVBPR. Onze cliënten lijden elke dag en dat al 50 jaar lang. De gemeente, provincie en landelijke  overheid lijken hen vergeten en handelen niet vanuit hun bestaansrecht. Planten en  wegwezen, problemen? Ik hoor ze niet. Vandaag horen we ze wel!

Jessica den Outer:

2 en 8 EVRM

In de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is al geruime tijd  aanvaard dat er in het kader van ofwel de bescherming van het recht op eerbiediging van  privéleven, familie en gezinsleven (8 EVRM)) en het recht op leven (2 EVRM) positieve  verplichtingen op Staten rusten. Dit o.a. om het recht verschoond te blijven van milieu overlast en/of –schade, effectief te garanderen. Het voorkomen van gevaarzetting, het  creëren van gevaar, is daarbij een belangrijk onderdeel van het effectueren van de beoogde  bescherming.

Op basis van de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, komt aan  Staten een bepaalde beleidsvrijheid toe, een ‘margin of appriciation’. Maar deze is niet  onbeperkt en is in recente uitspraken – ook specifiek op luchtvervuiling en geluidsoverlast – verder uitgewerkt.

Via zaken van burgers tegen landen die zij wonnen op grond van mensenrechten, als: a)  Di Sarno tegen Italië, nr. 30765/08, 10 januari 2012;

  1. b)  Jugheli and others tegen Georgië nr. 38342/05, 13 juli 2017, en

  2. c)  Cuenca Zarszoso tegen Spanje nr. 23383/12, 16 januari 2018


(waarin het specifiek om geluidsoverlast ging en welke lijn zeer recent is bevestigd in Yevgeniy Dmitreiyev tegen Rusland, nr. 17840/06, 1 maart 2021)); en is een lijn ontwikkeld door het EHRM, die zowel duidelijker als strikter is geworden ten aanzien van de ‘margin of appreciation’, ‘fair balance’ en de positieve verplichtingen van de overheid. Wij beroepen ons ook op deze rechten en rechtspraak voor de bomen van het Amstelpark.

Graag verwijzen we voor onze cliënten naar de uitgebreide analyse van de Hoge Raad in de  Klimaatzaak Urgenda uitspraak, Hoge Raad (13-09-2019, ECLI:NL:PHR:2019:887), waarin de  Hoge Raad vanaf r.o. 2.34 tot 2.84 zeer helder uiteenzet wat de mensenrechtenbescherming  in relatie tot het milieu (gevaarlijke) activiteiten inhoudt en hoe dit zich verhoudt tot het  internationaal milieurecht.

Wat daar door de Hoge Raad is gesteld op algemene rechtsontwikkeling en vervolgens in  gelinkt aan klimaat (daar ging de Urgenda zaak over) geldt ook hier voor luchtvervuiling,  geluidsoverlast en waterpeil. Het gaat te ver dit letterlijk over te nemen, daarom  benadrukken cliënten de door de Hoge Raad uitgezette lijn en vullen zij bijzondere aspecten  hieronder aan.

De ontwikkeling van mensenrechten en milieuzaken, tekende zich af middels “mijlpaal arresten” van het Europees Hof zoals (de in de dagvaarding genoemde en uitgewerkte  zaken) López Ostra v. Spain, no. 16798/90, 9 december 1994, Guerra and Others v. Italy, no.  14967/89, 19 februari 1998 en Öneryıldız v. Turkey [GC], no. 48939/99, 30 november 2004.

Uit uitspraken uit 2004 (Oneryildiz v. Turkije) en 2005 (Storck v. Duitsland) volgde, in  aanvulling op de bestaande lijn, dat reeds in geval van een verhoogd risico op inbreuk van  het recht op leven of privéleven de verplichting tot het nemen van maatregelen ontstaat.

Er is dus een plicht voor de Staat om een effectief wettig en administratief raamwerk aan te  leggen om ervoor te zorgen dat het risico op meer overlast en vervuiling wordt verminderd.

In 2009 (Tatar v. Roemenië) concludeerde het EHRM dat waar officiële rapporten  bevestigden dat als een “deterioration (verslechtering) in the local population’s quality of life  and, in particular, affected the applicants’ welfare and deprived them of the enjoyment of  their home, so affecting their private and family life.” dat dan “The existence of a  substantial, serious risk to the applicants’ health and welfare imposed on the State an  obligation to adopt reasonable and adequate measures to protect their right to respect for  their private life and home and, more generally, their right to the enjoyment of a healthy  and safe environment.”

De voor de Staat steeds strengere lijn die het EHRM uitzette, wordt doorgezet in Di Sarno v.  Italy (109 e.v.) The Court considers that the present case …concern(s) the alleged failure of  the authorities to take adequate steps to ensure the proper functioning of the waste  collection, treatment and disposal service in the municipality.

Vervolgens weegt het EHRM de verplichting van de Staat: “The collection, treatment and  disposal of waste are without a doubt dangerous activities (see, mutatis mutandis,  Oneryildiz, cited above, § 71). That being so, the State was under a positive obligation to  take reasonable and adequate steps to protect the right of the people concerned to respect  for their homes and their private life and, more generally, to live in a safe and healthy  environment. Bij gevaarlijke activiteiten moet je vooraf ingrijpen en preventief beschermen.

Duidelijk opnieuw (na Tatar in 2009 ‘right to the enjoyment of’, maar nu een ‘right to live in’)  noemt het EHRM expliciet een door de Staat te beschermen “recht om te leven in een  veilig en gezond milieu”.

Daar waar mensen dit recht hebben, hebben zij dan ook geen vergelijkbare plicht naar  andere levende wezens? Natuurlijk wel! Plus, onze cliënten de bomen van het Amstelpark,  hebben ook dat recht om te leven in een veilig en gezond milieu: daardoor en daarmee  zorgen wij namelijk weer voor dat veilig en gezond milieu van de mens.

Nog een keer terug naar de Jugheli zaak: het EHRM zegt “Juist bij gevaarlijke activiteiten  (geluidsoverlast, luchtvervuiling, watervervuiling voor mens en medenatuur dus) hebben  staten de plicht om regelgeving vast te stellen die is afgestemd op de specifieke kenmerken  van de activiteit in kwestie, met name met betrekking tot het potentieel risico. De overheid  moet bij het verlenen van vergunningen, het opzetten, het beheer, de beveiliging en het  toezicht op activiteiten zelf zorgdragen en alle betrokkenen verplichten praktische  maatregelen te nemen om de effectieve bescherming te waarborgen.”.

Het EHRM bevestigt hiermee, in lijn wat al onder het IVBPR is aangevoerd, dat er een actieve  en betrokken overheid moet zijn: regelgevend, opererend en toezicht houdend, die alle  betrokkenen verplicht om de effectieve bescherming te waarborgen van burgers, en - naar  wat wij toevoegen - mede-natuur en bomen in het Amstelpark die mogelijk gevaar lopen  door de risico’s.

Jan van de Venis:

Relevante mensenrechten uit het Internationaal Verdrag voor Economische  Sociale en Culturele

In artikel 11 lid 1 van het IVESCR is het recht op een adequate levensstandaard gecodificeerd. Het artikel geeft daarbij een aantal voorbeelden: “…the right of everyone to an adequate standard of living for himself and his family, including adequate food, clothing and housing, and to the continuous improvement of living conditions.” Een recht op een adequate levensstandaard voor jezelf en je familie en op een continue verbetering van de levensomstandigheden. Hetzelfde lid 1 bevestigt “The States Parties will take appropriate  steps to ensure the realization of this right…”.

Op basis van dit recht, kan men aanspraak maken op verbetering van de  levensomstandigheden. Het is derhalve aan de overheid om overlast en vervuiling te beperken. Verder geldt “gezondheid” binnen het internationaal recht als een fundamenteel mensenrecht met een daarbij behorende verplichting om dat mensenrecht te respecteren, te beschermen en te implementeren, welke verplichting in eerste instantie op Staten dus ook op gedaagde rust.

Het eerste lid van artikel 12 IVESCR bepaalt dat ‘States Parties to the present Covenant recognize the right of everyone to the enjoyment of the highest attainable standard of physical and mental health’.

Het tweede lid van artikel 12 benoemt een specifieke plicht jegens kinderen: ‘The steps to be taken by the States Parties to the present Covenant to achieve the full realization of this right shall include those necessary for: (a) The provision for the reduction of the stillbirth rate and of infant mortality and for the healthy development of the child. Zeer relevant met het oog op geluidoverlast en luchtvervuiling.

Het VN-comité voor economische, sociale en culturele rechten wijdde haar General Comment 14 volledig aan artikel 12.[1] Het Comité zet de specifieke ‘State obligations to respect, protect and fulfil’ uiteen. Daarbij wordt luchtvervuiling expliciet genoemd: Onder punt 35. (obligation to fulfil): “States are also required to adopt measures against environmental and occupational health hazards and against any other threat. For this purpose they should formulate and implement national policies aimed at reducing and eliminating pollution of air, water and soil…”.

Veel duidelijker kan het niet: het is aan de Staat om beleid te formuleren en implementeren gericht op het verminderen en zelfs op het volledig verwijderen van vervuiling, waaronder geluidsoverlast. Hier staat niet ‘voor mensen’ maar in algemene zin dat lucht, water en grondvervuiling minder moet. Ook voor de bomen van het Amstelpark dus. Wat de mensenrechten beschermt, beschermt hier ook de bomenrechten.

Het recht op gezondheid is bedoeld om condities te creëren waardoor mensen een gezond Leven kunnen leiden, inclusief een schone leefomgeving. Het is dus aan de Staat om de omstandigheden te bevorderen om een gezond leven te leiden, wat zich uitbreidt naar een gezond leefmilieu. En wat zich uitbreidt naar bomen, naar de rechten van deze bomen: Wat goed is voor hen is ook goed voor de mens.

En, tot slot, in punt 30 en volgend, heeft het Comité de algemene juridische verplichtingen uiteengezet. Daaronder valt de progressieve realisatie van het recht op gezondheid. Punt 31. is zeer duidelijk: “Rather, progressive realization means that States parties have a specific and continuing obligation to move as expeditiously and effectively as possible towards the full realization of article 12.”. Het Comité laat geen twijfel over: vanuit het recht op gezondheid moet overlast en vervuiling omlaag.

Het Kinderrechtenverdrag (IVRK)

Cliënten doen ook een beroep op de (positieve) verplichtingen voor de overheid uit hoofde van de Kinderrechten. Het zal voor veel mensen een gek idee zijn, maar de vele bomen van het Amstelpark hebben een levensverwachting van 200 – 400 jaar oud. Ze waren tijdens het planten in 1972 nog piepjong in bomen jaren en eigenlijk nog ‘kind’ in bomenleeftijd vergeleken met een mensenleven. Vele van hen zijn zelfs nu nog kind in diezelfde vergelijking; op minder dan een kwart van hun normale levensverwachting.

Leef je eens in in die bomen, als ze leven zoals wij mensen.

Welke jeugd hebben ze gekregen dankzij de Floriade 1972? Een K jeugd. Geen ouders om zich heen, geen steun, contact en uitwisseling ondergronds en bovengronds. Alleen en al lerend van elkaar en vaak omringd door andere - soms exotische - bomen die ze niet uit hun natuurlijke systeem kennen, waar ze geen natuurlijke wisselwerking mee hebben, zijn ze opgegroeid. Dit dus los van de plek waar ze staan en de vervuiling die ze moeten verdragen.

Vanuit de bomen:

Ieder kind heeft recht op een onbezorgde jeugd, schoon water en een adequate levens standaard. Waar is die van ons gebleven? Waarom hebben wij nooit kunnen zijn wat we toen waren: opgroeiende kinderen.

Nu zijn we 50 in mensjaren maar we zijn als bomen nog niet op een kwart. Zeg maar net volwassen en (financieel) in jullie wereld. Waarom kijken jullie niet met meer empathie naar ons? Jeugdwerkloosheid, dure woningen, moeilijk starten - dat krijgt bij jullie aandacht voor jonge mensen. Wij hebben ook nog 3/4 van ons leven te gaan - als dat ons al gegund is. Nemen jullie verantwoordelijkheid voor ons welzijn? Een fijn leven? Of is planten het enige wat jullie met ons bindt?

Artikel 6 van het Kinderrechtenverdrag benoemt het recht op leven van ieder kind en, in lid 2, dat Staten zo veel mogelijk het overleven en ontwikkelen van het kind zullen garanderen. Het recht op gezondheid, wederom ‘the highest attainable standard of health’, wordt voor kinderen expliciet herhaald in artikel 24. En lid 2 van dit artikel verplicht de Staat om voldoende maatregelen te nemen om ziekte te bestrijden, daarbij het gevaar van milieuvervuiling in overweging te nemen. Dat is voor onze cliënten niet gebeurd.

Het VN Comité voor de Rechten van het Kind, heeft onder meer tot taak toe te zien op de naleving van het Kinderrechtenverdrag en daartoe rapportages van landen te behandelen. Het Comité heeft op 9 juni 2016, in de Concluding Observations voor het Verenigd Koninkrijk (CRC/C/GBR/CO/5) zich zeer duidelijk uitgelaten over luchtvervuiling en kinderrechten, (waarbij zij ook de Sustainable Development Goals noemt – waarover al meer is gezegd):

“Environmental health”

  1. The Committee is concerned at the high level of air pollution that directly affects child  health in the State party and contributes to the negative impact of climate change  affecting various rights of the child, both in the State party and in other countries.

  2. … the Committee recommends that the State party, including the devolved  administrations in relation to devolved matters; (a) Set out a clear legal commitment,  with appropriate technical, human and financial resources, to scale up and expedite the  implementation of plans to reduce air pollution levels, especially in areas near schools  and residential areas;”


Een duidelijke aanbeveling van het Kinderrechten Comité: Kinderrechten vereisen een duidelijk juridisch commitment om de implementatie van plannen om vervuiling te verminderen, uit te breiden en te bespoedigen. Vanuit kinderrechten moet de lucht, water en geluidsvervuiling omlaag. Voor de kinderen die het Amstelpark bezoeken, maar ook voor de kinderbomen.

In Concluding Observations voor Nigeria (2010 over vervuiling), Zambia (2016 over de negatieve invloed van mijnbouw) en België en Bosnië Herzegovina (beiden in 2019 op luchtvervuiling) heeft het Kinderrechten Comité een en ander verder uitgewerkt[2] en de Mensenrechtenraad heeft in 2018 het gezaghebbende rapport op Kinderrechten en het Milieu van de Speciale Gezant voor Mensenrechten en het Milieu overgenomen[3]: ook daarin is de positieve verplichting verwoord: States should:

  • Conduct environmental impact assessments of projects or policies that include a  careful examination of impacts on children; en

  • Adopt and implement environmental laws, standards, policies and action plans that  take full account of the ways in which children are more susceptible to  environmental harm and/or face barriers to exercising their rights.


Dat alles is hier niet, althans onvoldoende, gebeurd. En moet anders: voor de kinderen in de omgeving van het Amstelpark, in het Amstelpark en voor ons, als kinderbomen.

Jessica den Outer:

Tel daarbij op de baanbrekende zaak voor onze neven en nichten die in de Amazone  groeien:

In een historische uitspraak heeft de hoogste gerechtshof van Colombia in 2018 de kant  gekozen van een groep jongeren en kinderen die tegen de regering op stonden wegens het  niet goed beschermen van het Amazone-regenwoud. De jongeren wisten het Hooggerechts hof ervan te overtuigen dat het Amazone-regenwoud essentieel was voor hun grond wettelijke rechten op leven, gezondheid, voedsel, water en een veilig milieu. Bovendien  voerden de jongeren aan dat, aangezien ontbossing de grootste bijdrage levert aan de  uitstoot van broeikasgassen, het falen van de regering om de Amazone te beschermen ook  een directe schending was van de rechten van toekomstige generaties.

Het hooggerechtshof verklaarde in de uitspraak:

Zonder een gezond milieu kunnen rechthebbenden en levende wezens niet overleven en  kunnen we de rechten van onze kinderen en toekomstige generaties niet beschermen. De  Amazone, zo verklaarde het Hof, is cruciaal voor ons als mensen nu en voor onze  toekomstige generaties. Niet alleen zijn de rechten van de jongeren en toekomstige  generaties in het geding, de Amazone heeft daarom ook zelf rechten, waaronder het recht  op bescherming en herstel. Het hooggerechtshof van Colombia heeft daarmee bepaald dat  het Colombiaanse Amazonewoud een entiteit is die eigen rechten heeft.

Zo zien we dat rechten voor de natuur en mensenrechten in één hand samen kunnen gaan.

Jan van de Venis:

De neven en nichten van onze cliënten in de Amazone hebben deze rechten, afgeleid van  het in Colombia erkende recht op een schoon en gezond leefmilieu. Wij menen dat onze  cliënten dat recht ook. Ondanks dat zij nu niet in een natuurlijk systeem leven - dat is niet

hun schuld, zij zijn hier zomaar neergezet - vragen we van u om dit vandaag ook voor de  bomen van het Amstelpark te bevestigen.

Want ook wij - in Nederland - hebben nu HET MENSENRECHT OP EEN SCHOON, GEZOND EN  DUURZAAM LEEFMILIEU.

Op 28 juli jl. erkende de VN Algemene Vergadering met overgrote meerderheid dit nieuwe  mensenrecht. Nederland stemde mee, stemde ook voor en is hier nu aan gebonden. Dit  mensenrecht komt heel dicht bij een bomenrecht. Het bevestigt alles wat hiervoor al is genoemd qua internationale verdragen en uitspraken. Maar er komt nog iets bij: al in 2018  aanvaarde de Mensenrechtenraad, als onderdeel van dit recht, een resolutie op ‘The  dependence of human rights on biodiversity’ (A/HRC/34/49). Dit rapport beschrijft hoe en  concludeert dat mensen verbonden en afhankelijk zijn van biodiversiteit. Niet alleen van  water en eten, maar ook van natuurcontact. Hoe microbial diversity en stofjes die bomen  uitscheiden ons gezonder maken. Wij zijn met andere natuur verbonden. Kritisch  verbonden. Uit het door de VN Mensenrechtenraad aangenomen rapport:

"Het verlies van deze microbiële diversiteit lijkt problemen te veroorzaken met de immuun regulatie, waardoor het menselijke immuunsysteem de verkeerde doelen aanvalt, wat er op  zijn beurt voor zorgt dat auto-immuunziekten, allergische aandoeningen en andere niet overdraagbare ontstekingsziekten vaker voorkomen."

En onze cliënten, de bomen, hebben een positieve impact op uw gezondheid mensen! Uit  hetzelfde VN Mensenrechtenrapport:

“Het wordt steeds duidelijker dat blootstelling aan de natuur gunstige effecten heeft op de  geestelijke gezondheid. Een uitgebreid overzicht van studies concludeerde dat “het ervaren  van de natuur positieve effecten kan hebben op mentale/psychologische gezondheid,  genezing, hartslag, concentratie, stressniveaus, bloeddruk, gedrag en andere gezondheids factoren. Het kijken naar de natuur, zelfs door een raam, verbetert bijvoorbeeld het herstel  van een operatie.”

Dit is allemaal verbonden met mensenrechten als het recht op gezondheid en een adequate  levensstandaard.

Zoals mensen deze belangen en rechten hebben, zo hebben wij ze ook. Sterker: door  bomenrechten te realiseren, realiseren jullie ook mensenrechten!


Onze conclusie en eis:


Wat ons betreft kan er maar één conclusie zijn:

De bomen van het Amstelpark hebben rechten en wij komen hier vandaag terecht op tegen  schending van die rechten.

We vragen u niet om de overheid te bevelen om natuur of het Amstelpark  rechtspersoonlijkheid te geven, al dan niet via een nieuw soort natuur rechtspersoon. Hoe  de overheid het in Nederland gaat doen is aan die overheid, zo menen wij. Maar wat wij wel  vragen aan u is om de rechten van de bomen te bevestigen. En de overheid te dwingen deze  rechten te respecteren.

Daarom ook deze eis:

MITSDIEN

Het U Edelachtbaar College moge behagen om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar  bij voorraad:

  1. Te verklaren voor recht:

  2. Dat de bomen in het Amstelpark rechten hebben;

  3. Dat deze rechten voor hen op dezelfde manier gelden als mensenrechten voor mensen gelden en kinderrechten voor kinderen gelden;

  4. Dat mensen, als voogd of guardian, kunnen opkomen voor de belangen van deze bomen;

  5. Dat - net als bij mensenrechten - de overheid deze rechten voor de bomen moet respecteren, beschermen en realiseren en moet voorkomen dat andere actoren, zoals bedrijven, deze rechten schenden;

  6. Dat - net als bij mensenrechten - deze andere actoren, zoals bedrijven, zelf de verantwoordelijkheid hebben om deze rechten van de bomen te respecteren; en 6. Dat overheidsorganen, bedrijven en bewoners van Nederland jegens de bomen van het Amstelpark onrechtmatig handelen indien:


- zij onvoldoende rekening houden met de gezondheid en adequate levenscondities  van de bomen in het algemeen, daarbij rekening houdende met specifieke eisen  voor en belangen van bepaalde soorten en met de levensomstandigheden van  wortels, stammen, bladeren en sappen;

- zij niet realiseren dat uiterlijk in 2025 de voor mensen geldende WHO normen op  luchtkwaliteit en overige voor de gezondheid van mens en boom noodzakelijke  normen voor waterkwaliteit, geluid en andersoortige vervuiling zijn gerealiseerd en  meegenomen;

2. Te bevelen:

  1. De gemeentelijke, provinciale en rijksoverheid te bevelen om bij het gehele proces van het verlenen van vergunningen, controleren en handhaven op gezondheids- en overlast normen de rechten van de bomen van het Amstelpark en de belangen,  gezondheid en adequate levenscondities van de bomen in het algemeen, de  specifieke eisen voor én belangen van bepaalde soorten en de levensomstandigheden van wortels, stammen, bladeren en sappen, mee te nemen; en

  2. Dat daarbij de bescherming van het recht van de bomen op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu in samenhang en verbinding met de overige natuur, inclusief mensen, voorop moet staan.


Zulks met veroordeling van de staat in de kosten van deze procedure, te betalen binnen  veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis en tegen behoorlijk bewijs van kwijting,  inclusief het salaris van de advocaten en de verschotten, zulks te vermeerderen met de nakosten op de voet van het liquidatietarief, met bepaling dat over de proceskosten veroordeling de wettelijke rente verschuldigd zal zijn indien niet aan die veroordeling binnen  veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis is.